Universiteiten willen graag dat wetenschappers zichtbaar zijn in de media. Wat kunnen ze doen om hen de ondersteuning te bieden die daarbij nodig is?
De dertiende van de veertien ‘kernactiviteiten’ die ik als universitair docent word geacht te ondernemen, is ‘Maatschappelijke dienstverlening’. Concreet gaat het om: ‘Vanuit het eigen kennisgebied een bijdrage leveren aan actuele maatschappelijke discussies’ en ‘Geven van lezingen en interviews voor verschillende media’. Misschien komt het doordat Maatschappelijke dienstverlening het één-na-laatste punt is, maar ik heb de indruk dat het vanuit de universiteit geen hoge prioriteit heeft. De communicatieafdelingen van mijn faculteit en universiteit doen goed werk, en we worden daarnaast vaak herinnerd aan het belang van ‘valorisatie’ – het voor de maatschappij zichtbaar en waardevol maken van je ontdekkingen en inzichten. Maar als puntje bij paaltje komt, is er weinig begeleiding voor medewerkers in de media. Terwijl je werk presenteren op radio of tv een vak apart is.
Begin 2013 werd ik – amper halverwege mijn promotietraject – gevraagd om in het televisieprogramma De Wereld Leert Door te vertellen over mijn onderzoek. In mijn zenuwen vroeg ik de communicatieafdeling om tips, maar dat leverde, behalve een vermelding in de nieuwsbrief, weinig concreets op. Mijn promotor sprak me bemoedigend toe (“wees gewoon jezelf”) en het ging uiteindelijk redelijk goed, maar dat was vooral te danken aan de goede voorbereiding door de redactie van het programma en presentator Diederik Jekel. Niet door de universiteit. Lijkt mij een risico.
Ongeveer een jaar geleden werd ik benaderd door Science ON AIR, een bedrijf dat wetenschappers in de media ‘plugt’, met de vraag of ik columns zou willen schrijven over de Amerikaanse verkiezingen. Zij brachten me in contact met de hoofdredacteur van de regionale kranten van de Telegraafgroep. Zo kreeg ik de kans wekelijkse columns – en later langere maandelijkse analyses – te schrijven ‘vanuit het eigen kennisgebied’, Amerikaanse politiek, cultuur en geschiedenis. Nog altijd bespreek ik mijn stukken met de redacteur van Science ON AIR voordat ik ze naar de krant stuur, maar zij doet dat op vrijwillige basis.
Door die krantenstukjes ben ik recent ook een paar keer uitgenodigd bij radioprogramma’s. Heel tof natuurlijk. Vooral de uitnodiging door VPRO’s Bureau Buitenland vond ik eervol. Maar enthousiast, helder en zelfverzekerd overkomen op de radio is niet makkelijk. Ik zou het graag vaker doen, maar wat ik daarvoor bij moet leren en moet trainen, heeft de universiteit niet in de aanbieding.
Ik denk dat dat een gemiste kans is. De collega’s die ik regelmatig in ‘de media’ tegenkom – Ionica Smeets, Beatrice de Graaf, Leo Lucassen, om er willekeurig een paar te noemen – zijn enorme natuurtalenten, mét ontzettend veel ervaring. Daar kan je echt niet zomaar tegenop. Van Remco Breuker vermoed ik dat hij, in deze dagen van instabiliteit in Noord-Korea, tureluurs wordt van alle verzoeken om commentaar. Hij zit bij alle journalisten in de telefoonklapper en er zijn nauwelijks andere zichtbare Korea-deskundigen. Ongetwijfeld heeft Breuker promovendi of andere collega’s die ook meer dan genoeg van Noord-Korea weten om het nieuws te duiden, maar als ik zelf zo iemand was, zou ik nooit op eigen houtje naast de Grote Expert durven te gaan staan. Zeker niet op radio of televisie. Terwijl iedereen snapt dat het goed zou zijn.
Het gebrek aan diversiteit is zeker niet alleen de schuld van de universiteiten. Journalisten en individuele wetenschappers zelf hebben natuurlijk ook een rol te spelen in het uitbreiden en diversifiëren van het bestand. Maar toch. Het zou mooi zijn als de universiteit jong talent op zo’n onderwerp proactief zou scouten en begeleiden. Het werk dat sympathieke bedrijven als Science ON AIR doen, zouden universiteiten eigenlijk zelf moeten kunnen.
Sara Polak is universitair docent American Studies aan het Leiden University Centre for the Arts in Society, gespecialiseerd in Amerikaanse cultuurgeschiedenis en letterkunde. Ze doet momenteel onderzoek naar culturele herinneringen en verhalen op Twitter en schrijft voor o.a. het Leidsch Dagblad over Amerikaanse politiek, cultuur en geschiedenis.