In het huidige wetenschappelijke landschap is er nauwelijks ruimte voor onderzoek met een onzekere uitkomst. NWO zou moeten leren van het verhaal van de onvoorspelbare expeditie naar Nova Zembla, stelt Suze Zijlstra. Het roer moet om, voordat de wetenschap helemaal tot stilstand komt.
‘Het nieuwe NWO gebouw heet Nova Zembla. Dit is opvallend toepasselijk. De tocht erheen is bar, de beren op de weg zijn talloos, de slagingskans van de reis is minimaal, onderweg kom je vast te zitten en je kijkt uit naar het moment dat het eindelijk voorbij is. #veni #vidi #vici’
Deze tweet stuurde ik afgelopen vrijdag de wereld in, naar aanleiding van de officiële opening van het nieuwe gebouw van onze nationale wetenschapsfinancier NWO. De tweet vond weerklank bij veel wetenschappers. Want al was het grappig bedoeld, het had een pijnlijke kern van waarheid, gezien de huidige aanvraagdruk en de toenemende gezondheidsproblemen onder academisch personeel.
Het feit dat NWO nu huist in het gebouw ‘Nova Zembla’ (dat die naam overigens al had voordat de wetenschapsfinancier het betrok) is ook op een andere manier opmerkelijk toepasselijk.
De expeditie in 1596, nog steeds een van Nederlands bekendste ontdekkingsreizen, zou alleen geld van de Staten-Generaal ontvangen als deze met positieve resultaten terug zou komen. De ontdekkingsreizigers moesten zelf geld en energie pompen in de operatie. Pas na bewezen succes zouden ze bij terugkomst 25.000 gulden krijgen (een enorm bedrag in die tijd). We weten natuurlijk hoe die bekendste reis naar Nova Zembla afliep: de reizigers strandden, maakten een barre winter mee, en niet iedereen overleefde het. De rest kwam met moeite thuis, naar het geld konden ze fluiten. Het was een mislukte missie.
De overeenkomst met het huidige systeem is duidelijk: van NWO zou deze expeditie ook geen geld hebben gekregen. Het was namelijk echt een ontdekkingsreis. Men wilde een snellere route naar Azië, maar had geen idee of dat via het noorden mogelijk was. Op vergelijkbare wijze moet je als wetenschapper tegenwoordig van tevoren al aantonen dat je project uitgevoerd kan worden. NWO is als de Nederlandse Staten-Generaal destijds: geld uitloven aan de mensen die al hebben bewezen dat een route is af te leggen. Ruimte voor onvoorspelbaar onderzoek is er nauwelijks meer.
De gefaalde tocht naar Nova Zembla had uiteindelijk een onverwachte uitkomst: Gerrit de Veer publiceerde zijn dagboek en dit werd een groot succes. Nog steeds is het verhaal een cruciaal moment in onze geschiedenis en een belangrijk onderdeel van ons culturele landschap. Daarnaast leidde het verslag destijds tot nieuwe wetenschappelijke inzichten, onder andere op het gebied van arctische luchtspiegelingen.
In dit opzicht kan de reis de wetenschappelijke wereld tot voorbeeld zijn, want het laat zien dat falen kan leiden tot vernieuwende resultaten. Zelf behoor ik tot de grote groep wetenschappers die het twee keer niet lukte om een Veni binnen te halen, ondanks uitgebreide (en ongezonde) inspanningen. Volgens de wetenschappelijke norm was dit een behoorlijk falen. Maar juist na het opgeven van het idee dat ik het precies volgens de norm moest doen (omdat het NWO-pad voor mij gesloten bleek) had ik eindelijk ruimte om op zoek te gaan naar nieuwe manieren om geschiedenis te onderzoeken en vertellen.
Het boek waar ik sindsdien aan werk, voldoet niet aan de NWO-verwachtingen. Dankzij een blog dat ik hier publiceerde, schrijf ik nu over de Euraziatische vrouwen in mijn familiegeschiedenis. Een boek dat 300 jaar geschiedenis beslaat, bovendien zowel vroegmodern als modern: niet uitvoerbaar in de tijd die je hebt! Een boek over Azië in plaats van de Atlantische wereld waarover mijn proefschrift ging: waar zijn je kernpublicaties die je al hebt om te bewijzen dat je dit onderzoek kunt uitvoeren? Een boek dat de wetenschap met het persoonlijke combineert: veel te subjectief. Een boek in het Nederlands: ondenkbaar![1]
Als ik eerlijk ben, wist ik toen ik aan dit boek begon ook niet zeker of ik dit onderzoek wel kon uitvoeren, en of het daadwerkelijk tot iets vernieuwends zou leiden. Het boek gaat er komen, maar ik weet niet of het een succes gaat worden, en in welk opzicht. Maar om bij Nova Zembla te blijven: de wetenschap heeft geen kans op vooruitgang als we alleen maar veilig onderzoek blijven doen.
In de huidige academische wereld past de keuze voor een dergelijke onzekere uitkomst niet. Deze zomer loopt mijn contract af en mijn werk aan dit boek (en daarmee mijn gebrek aan tijd voor peer-reviewed publicaties) heeft waarschijnlijk consequenties voor mijn wetenschappelijke carrière. Maar ik vraag me steeds sterker af of ik wel wil werken in een wetenschappelijke wereld waar geen ruimte is voor nieuw en onvoorspelbaar onderzoek, waar geen ruimte is voor onverwachte wegen, een wetenschap waar geen ruimte is voor falen.
Het is gezien alle rapporten over structureel overwerk en de recente protesten van WOinActie wel duidelijk: het roer moet om, voordat de wetenschap krakend geheel tot stilstand komt en de daaropvolgende extreme winter nog meer slachtoffers eist in de vorm van de gezondheid van collega’s, de uitkleding van onze wetenschappelijke programma’s, en de afnemende kwaliteit van ons onderwijs.
Dat betekent niet alleen dat de regering veel meer geld moet investeren om meer universitair docenten aan te stellen om de onderwijslast terug te dringen en om meer van hen vast aan te stellen. Dit geld is nodig, maar niet genoeg. Het betekent ook een mentaliteitsverandering. Terecht is dit een speerpunt van WOinActie, en adviseerde ook KNAW afgelopen week om in onze financieringsstructuur meer ruimte te maken voor eigen onderzoek. Hopelijk inspireren de onverwachte resultaten van de gefaalde reis naar Nova Zembla NWO, maar ook ons wetenschappers, tot radicale en vernieuwende keuzes.
Suze Zijlstra is universitair docent maritieme geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Ze schrijft een boek over de vrouwen in haar Nederlands-Indische familiegeschiedenis, vanaf de tijd van de VOC tot en met de postkoloniale migratie van haar familie naar Nederland: De Voormoeders (Ambo|Anthos).
[1] Gelukkig kreeg ik voor dit project het vertrouwen van een literair agent en een uitgever. Op z’n Nova Zemblas financier ik dit onderzoek door hun investeringen. Mooi voor mijn project, maar geen structurele oplossing van de problemen die in de wetenschapsfinanciering spelen.