De traditie om nieuwe Amerikaanse presidenten te beoordelen op hun “First Hundred Days” is vreemd. Waar komt deze gewoonte vandaan?
Zelfs in Nederland horen we momenteel van alle kanten over het feit dat Donald Trump precies honderd dagen president van de Verenigde Staten is. In de VS is dat een traditioneel eerste ‘meetmoment’. De wittebroodsweken zijn voorbij. Tijd om te kijken wat de nieuwe president nu eigenlijk bereikt heeft in de honderd dagen sinds de inauguratie. Zelf noemde Donald Trump, kennelijk bang voor een tegenvallend rapportcijfer, de ‘First Hundred Days’-evaluatie in een tweet een ‘belachelijke standaard’. Tegelijk suggereert zijn poging om op dag 99 een herziene versie van het Trumpcare-plan door het Congres te jagen, dat hij heel graag vóór zaterdag iets wil neerzetten. Wat dan ook.
Toch heeft Trump wel een punt. Honderd dagen na aanvang van een presidentschap is eigenlijk raar vroeg om al een oordeel te vellen. Obama zei ooit: ‘het gaat eigenlijk om de eerste duizend dagen’, en daar zit wat in. De meeste presidenten hebben na honderd dagen hun politieke benoemingen amper rond – Trump zeker niet – en dan moet de teambuilding en de samenwerking met allerhande veiligheidsdiensten en ministeries nog op gang komen. Bovendien is het Congres eveneens van samenstelling veranderd en moet het wennen aan de nieuwe machtsverhoudingen.
Natuurlijk is het een goed idee om af en toe even uit de waan van de dag te stappen en te evalueren, maar dan zou het eind van het eerste jaar eigenlijk een logischer moment zijn. Daarna komen de volgende verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden en een deel van de Senaat er alweer aan, en wordt het proces van wetgeving meer gedreven door hun wens om in hun staat te worden herkozen, dan door de wensen en ideeën van de president.
Maar waar komt die traditie eigenlijk vandaan? De gewoonte om de presentaties van een nieuwe president na honderd dagen te evalueren bestaat sinds Franklin D. Roosevelts waanzinnig effectieve eerste honderd dagen in het voorjaar van 1933. In die periode hervormden Roosevelt en het Congres de hele bankensector ingrijpend, zetten de New Deal op – een groter en verstrekkender sociaaleconomisch programma dan Amerika ooit had gezien – en hieven het alcoholverbod op. Dat was zonder meer een huzarenstukje van de nieuwe president, maar de omstandigheden waren dan ook niet normaal.
Op het moment van Roosevelts aantreden, in maart 1933, bevond de VS zich op het dieptepunt van de Grote Depressie. Het land stond financieel en economisch op instorten. Dagelijks vielen er banken om, hetgeen runs op andere banken veroorzaakte, waardoor er weer nieuwe banken omvielen. Er waren gebieden waar in de wijde omtrek geen werk te vinden was en miljoenen mensen verloren van de ene dag op de andere hun baan, huis, land, of spaargeld – en vaker nog: een combinatie daarvan. De situatie was zo wanhopig voor zoveel mensen, dat het Congres van links tot rechts bereid was de president en zijn wetsvoorstellen met een grote meerderheid te steunen. En, zoals Roosevelt al in zijn inaugurele rede in bedekte termen had gesuggereerd, anders zou hij wellicht de noodtoestand uitroepen, om langs die weg alsnog ‘broad executive power’ te krijgen.
Heel democratisch is dat dreigen natuurlijk niet, maar Roosevelt en het Congres slaagden er in die paar maanden in 1933 wel in om het tij te keren. Grote New Deal-programma’s uit de eerste honderd dagen, zoals de Civilian Conservation Corps en de Tennessee Valley Authority, zorgden er in korte tijd voor dat vele duizenden weer aan het werk konden en hervormden de infrastructuur ingrijpend. Bovendien legden dergelijke programma’s de basis voor de Amerikaanse verzorgingsstaat.
De kreet ‘First Hundred Days’ is door Roosevelt zelf geïntroduceerd, zij het dat hij de eerste honderd dagen van het Congres bedoelde, en niet van zijn eigen presidentschap. Maar als terugkerend media-moment sloeg het aan. Elke president sinds Roosevelt is na honderd dagen langs de meetlat gelegd. Maar vanzelfsprekend is het voor geen van hen mogelijk geweest ook maar in de buurt te komen van zijn uitzonderlijke prestatie, die mogelijk werd gemaakt door een uitzonderlijke situatie. William Leuchtenburg heeft hierover het fantastische boek In the Shadow of FDR geschreven. Zelfs Trump, die nauwelijks meer van Roosevelt had kunnen verschillen, staat in de schaduw van Franklin Roosevelt, en zal moeten inzien dat hij – in ieder geval na 100 dagen – nog niet kan tippen aan diens erfenis.
Sara Polak is universitair docent American Studies aan het Leiden University Centre for the Arts in Society, gespecialiseerd in Amerikaanse cultuurgeschiedenis en letterkunde. Ze doet momenteel onderzoek naar culturele herinneringen en verhalen op Twitter en schrijft voor o.a. het Leidsch Dagblad over Amerikaanse politiek, cultuur en geschiedenis.