De President en het Congres hebben hun draai nog niet gevonden. Daardoor ligt er nu een mogelijkheid om de zoekgeraakte balans tussen de drie machten te herstellen.
Als de ‘Founding Fathers’, de ongeveer heilig verklaarde grondleggers van het Amerikaanse politieke systeem en de schrijvers van de Grondwet, ergens bang voor waren, dan was het voor tirannie. Een president die steeds meer macht claimt en uiteindelijk als absoluut heerser boven de wet staat. Macht corrumpeert, meenden ze.
Daarom zijn in de Amerikaanse Grondwet, die in 1789 in werking trad, allerlei mechanismen opgenomen om te voorkomen dat de president een totalitaire alleenheerser wordt. De belangrijkste daarvan is de scheiding der machten, of Trias Politica, bedacht door de Franse verlichtingsfilosoof Charles de Montesquieu. De Trias Politica is het achttiende-eeuwse alternatief voor het Franse absolutisme. Het basisidee is dat de macht wordt verdeeld over drie onafhankelijke instituties: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
Dit model zorgt dat het opstellen, uitvoeren en toepassen van wetten wordt gedaan door strikt gescheiden instituties. In de Amerikaanse Grondwet vormt het Congres, dus de Senaat en het Huis van Afgevaardigden samen, de wetgevende macht. Zij maken wetten en nemen die aan. De president en regering zorgen er – gesteund door duizenden ambtenaren – voor dat de wet wordt uitgevoerd, en het Hooggerechtshof toetst wetten aan de Grondwet. Als een wet of presidentieel decreet in tegenspraak is met andere wetten of de Grondwet, kan de rechterlijke macht zo’n wet alsnog tegenhouden.
Het idee is dat de drie machten met elkaar concurreren en elkaar zo in evenwicht houden. Als het Congres niet met voldoende duidelijke en werkbare wetten komt, kan de president zijn eigen decreten uitvaardigen, maar zowel het Congres als de rechter kunnen de president terugfluiten. Nieuwe rechters worden op hun beurt voorgedragen door de president en moeten worden goedgekeurd door de Senaat. In dit altijd broze evenwicht geeft de Grondwet het Congres op papier de meeste invloed: het parlement maakt de begroting en mag als enige een ander land de oorlog verklaren. Geredeneerd vanuit de angst voor tirannie is dat slim: in het Congres zitten veel mensen, dus per persoon is de macht en zichtbaarheid relatief beperkt. Bovendien moeten Congresleden vaak verantwoording afleggen aan hun kiezers: de 435 Afgevaardigden moeten elke twee jaar worden herkozen, de 100 senatoren eens in de zes jaar.
Maar in praktijk blijkt al decennia, dat juist het Congres moeite heeft om doortastend op te treden als wetgever en controleur van de president. Het is log. Dat werd zichtbaar in het gesteggel rondom de nieuwe zorgwet. Binnen de Republikeinse partij in het Congres is zo veel onenigheid over hoe de wet eruit moet komen te zien, dat de oorspronkelijke wetgeving blijft bestaan bij gebrek aan alternatief. Vaak biedt geharrewar in het Congres de president ruimte om in te grijpen, door een decreet uit te vaardigen. Eigenlijk is zo’n decreet bedoeld als tijdelijke oplossing voor relatief kleine, praktische zaken, maar presidentiele decreten zijn de afgelopen decennia niet alleen steeds vaker gebruikt, ze gaan ook over belangrijkere en controversiëlere onderwerpen. Neem bijvoorbeeld de recente militaire acties in Syrië. Het is begrijpelijk dat de het Congres hier niet eerst over kan debatteren, maar het maakt de president – of wellicht zijn geschokte dochter en schoonzoon – extreem machtig.
Arthur Schlesinger schreef alweer bijna veertig jaar geleden – toen speelde dit dus ook al – de klassieker The Imperial Presidency over deze ontwikkeling, waarin presidenten steeds meer macht naar zich toe trekken. Voordat Donald Trump aantrad vreesde ik, dat hij die zou doorzetten. Trump runt zijn bedrijven bepaald niet democratisch, en hij lijkt weinig belangstelling te hebben voor democratische waarden. Hij leek mij het type dat alle macht zou pakken die hij maar kon krijgen.
Maar Trump mag een machtswellusteling zijn, hij heeft heel weinig politieke ervaring, waardoor hij tot nu toe weinig voor elkaar krijgt. Het gedoe rondom beide versies van het inreisverbod voor mensen uit Iran, Syrië, Libië, Soedan, Somalië, Jemen (en aanvankelijk ook Irak) is daar een mooi voorbeeld van. De eerste versie creëerde duidelijk rechtsonzekerheid: Amerikaanse ingezetenen met een dubbele nationaliteit, die toevallig net in het buitenland waren, mochten ineens vanwege hun tweede nationaliteit niet meer terug naar huis. Advocaten die zich naar vliegvelden spoedden om slachtoffers juridisch bij te staan, kwamen terug met verhalen over vijfjarigen die geboeid en apart van hun ouders werden opgesloten onder het mom van terrorismebestrijding. Bovendien was het overduidelijk dat het decreet, in strijd met de Grondwet, discrimineerde op basis van religie. De rechterlijke macht moest wel ingrijpen en deed dat ook.
Maar dat de rechter het herziene decreet, dat Amerikaanse ingezetenen en visumhouders wel toegang gaf, opnieuw tegenhield, is bijzonder. Juist op het gebied van immigratie stelt de rechterlijke macht zich meestal bescheiden op. Het is traditioneel een politiek beladen onderwerp, dus meer iets voor het Congres en de regering. Dat de rechter de president nu tot twee keer toe op dit onderwerp corrigeert, is een duidelijk signaal. De Trias Politica werkt nog en de rechterlijke macht laat niet over zich heen lopen.
Als het Congres zich nu ook assertiever opstelt, bijvoorbeeld door het onderzoek naar Trumps belastingaangiftes, mogelijke belangenverstrengeling en Russische contacten voortvarend aan te pakken, kan het initiatief en autoriteit terugpakken. Met een onhandige, obsessief golfende en twitterende president moet het mogelijk zijn om de balans tussen de drie machten, die de afgelopen eeuw is zoekgeraakt, te herstellen. Dat is nog niet gelukt en het gerommel binnen de Republikeinse partij wekt geen gedisciplineerde indruk, maar het kan. De Founding Fathers zouden het toejuichen.
Sara Polak is universitair docent American Studies aan het Leiden University Centre for the Arts in Society, gespecialiseerd in Amerikaanse cultuurgeschiedenis en letterkunde. Ze doet momenteel onderzoek naar culturele herinneringen en verhalen op Twitter en schrijft voor o.a. het Leidsch Dagblad over Amerikaanse politiek, cultuur en geschiedenis.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 25 maart 2017 in de kranten van de Holland Media Combinatie.