Rond 4 en 5 mei zijn er veel foto’s en verhalen uit de Tweede Wereldoorlog in de media. Dat verleden is ver weg en dichtbij tegelijk. Sara Polak vraagt zich af wat de oorlog met haar leven te maken heeft, en wat zij daar zelf mee doet.
Bovenstaande foto is gemaakt in mei 1943, op de Amsterdamse Geldersekade. Het is een foto van een razzia. Helemaal rechts op de foto zie je een man in een lange grijze jas de deur van nummer 105 intrappen. (Dat het nummer 105 is, is op de foto niet te zien, maar wel op Google Maps). Ik weet dat, omdat dit het huis van mijn betovergrootouders was. We zijn hier als kijkers getuige van het moment dat de ouders van de moeder van mijn opa (van vaderskant) opgepakt worden. Ze waren toen beiden achtenzestig jaar en zijn op 21 mei 1943 in Sobibor vermoord.
Het dubbele is dat deze foto aan de ene kant de Jodenvervolging voor mij heel dichtbij brengt – mijn bestaan had door acties als deze voorkomen moeten worden, maar aan de andere kant staan de mensen achter die deur ook ver van mij af. Vijf generaties. Wie weet er nu wie zijn of haar betovergrootouders waren of waar ze woonden? Zelf weet ik dat echt niet van alle zestien betovergrootouders die ik moet hebben gehad.
Van Barend en Aaltje Jacobs-Drukker van de Geldersekade weet ik het wel, omdat mijn grootvader ooit voor ons kleinkinderen een verhaal schreef over zijn grootouders. Hij was van zijn gezin de enige die de oorlog overleefde. Het is een intiem en geestig geschreven portret van Joods Amsterdam van eergisteren.[1] Maar misschien nog wel belangrijker, het was een manier om iets van de familieverhalen levend te houden, juist omdat er zo’n grondige poging was gedaan om die verhalen uit te wissen.
Veel van mijn onderzoek valt onder de noemer ‘memory studies’. ‘Memory’ laat zich niet zo gemakkelijk vertalen – geheugen en herinnering zijn geen van beide geheel accuraat – maar ik vind Richard Terdiman’s definitie, ‘the past made present’ (‘het aanwezige verleden’) mooi. Memory studies gaat over de vragen hoe en waarom bepaalde verhalen van vroeger in het heden voortleven. Wie zorgen daarvoor? Hoe doen ze dat? En waarom? Welke wensen, ideologieën en behoeftes in het heden worden daarmee gediend?
Memory studies wordt vaak, bijvoorbeeld op universiteiten, als subcategorie van geschiedenis gezien, naast cultuurgeschiedenis, militaire geschiedenis, economische geschiedenis en andere vormen. Maar omgekeerd zou je ook kunnen beargumenteren dat alle soorten van geschiedschrijving, zélf vormen van ‘memory’ zijn. Allemaal houden ze een bepaald aspect van het verleden levend in het heden, en er zijn altijd onderliggende motieven om juist voor een bepaald onderwerp te kiezen. En die keuze heeft effect in het heden.
Mijn opa had ongetwijfeld een bedoeling met zijn verhaal, en door dit stuk te schrijven doe ik zelf ook weer iets met de bovenstaande foto en het verhaal van mijn betovergrootouders. Wat het precies met mijn leven te maken heeft, en of dat anders geweest zou zijn als de foto twee straten verder was gemaakt, weet ik niet – maar ze hebben zeker een rol gespeeld in het bepalen van mijn wetenschappelijke interesse.
Sara Polak is universitair docent American Studies aan het Leiden University Centre for the Arts in Society, gespecialiseerd in Amerikaanse cultuurgeschiedenis en letterkunde. Ze doet momenteel onderzoek naar culturele herinneringen en verhalen op Twitter en schrijft voor o.a. het Leidsch Dagblad over Amerikaanse politiek, cultuur en geschiedenis.
[1] Het verhaal ‘Grootouders’ is opgenomen in Wim Polak, Amsterdammer en sociaal-democraat, red. Menno Polak en Gerrit van Herwijnen, Meulenhoff, 2003.