In het Drents Museum loopt momenteel de expositie Iran: Bakermat van de beschaving. De tentoonstelling lijkt apolitiek, gericht op schoonheid en niet op ideologie. Maar intussen draagt de expositie bij aan positieve beeldvorming over Iran.
Archeologische vondsten, duizenden jaren oud. Kruiken en schalen van massief goud, zilveren munten, kleitabletten in spijkerschrift en beelden van oude heersers en goden. Wie rondstruint door de tentoonstelling Iran: Bakermat van de beschaving in het Drents Museum kijkt zijn ogen uit. De bezoeker die dacht dat Iran een achterlijk land was, weet nu dat het de bakermat van de beschaving is. Geen land van antiwesterse terroristen, maar juist een land vol gastvrijheid.
De expositie heeft een interessante titel. Het Perzische Rijk besloeg een veel groter gebied dan het huidige Iran, dat op zijn beurt nog geen honderd jaar zo heet. De keuze om Iran expliciet te noemen is geen toevalligheid: de indruk wordt gewekt dat wat de bezoeker hier te zien krijgt de geschiedenis betreft van wat vandaag de Islamitische Republiek Iran is. Een rechtstreekse uitnodiging om Iran als toerist te bezoeken, noemt de directeur van het Nationale Museum het. Levensgrote foto’s op de wanden uit het hedendaagse Iran versterken de link tussen wat hier te zien is en Iran van nu. De reisbrochures liggen klaar bij de informatiebalie.
Dat de Iraanse autoriteiten juist nu Iraanse topstukken uitlenen voor een expositie in Europa, is niet toevallig. Sinds de gematigde president Rouhani aan de macht is, doet de Iraanse regering er alles aan om een positief beeld van Iran neer te zetten. En daar is in Nederland een markt voor. Na de Irandeal (juli 2015) wint Iran aan populariteit, niet alleen als reisbestemming, maar ook als handelspartner. Ook de Nederlandse regering is de regering van Rouhani gunstig gezind. Ten tijde van het sanctieregime was samenwerking met Iran op zijn zachtst gezegd niet opportuun. Maar met het Iran van Rouhani kun je gezien worden.
De expositie past binnen de nieuwe, positieve aandacht voor Iran. De pracht en praal van de tentoongestelde stukken spreekt daarbij voor zichzelf. De informatievoorziening is overigens beperkt en vaak suggestief. Het lijkt bij deze expositie eerder te gaan om het scheppen van een zogenaamd Iraanse sfeer dan om educatie over de Iraanse geschiedenis. De thematische middagen die rondom de expositie worden georganiseerd, zoals een lezing over Iraanse poëzie en een middag over ‘de Iraanse cultuur’, dragen bij aan de ‘Iraanse ervaring’. De bezoeker kan bovendien een zogenaamd Iraans theearrangement boeken.
Het vlottrekken van de beeldvorming over Iran is nog niet zo eenvoudig voor een land dat lange tijd werd gelijkgesteld met moslimextremisme, terrorisme en nucleaire ontwikkeling. De vorige president Mahmoud Ahmadinejad (2005-2013) presenteerde met trots de nieuwste ontwikkelingen in het Iraanse nucleaire programma en verklaarde dat Israël uit de pagina’s van de geschiedenis zou worden gewist. Toen miljoenen Iraniërs in 2009 de straat op gingen uit protest tegen de ongeregeldheden rondom zijn herverkiezing, leidde dat tot bloedbaden en harde repressie.
Naast het beeld van het streng islamitische Iran werd een nieuwe karikatuur gangbaar: Iran als het land met de twee gezichten. Een streng islamitisch regime én een liberale bevolking. Boeken, films en reportages vertellen hoe Iraanse jongeren op vaak ingenieuze wijze proberen te ontsnappen aan de opgelegde regels. Wie Twitter of Facebook afstruint krijgt bevestigd dat als het aan de Iraanse jeugd zou liggen, Iran inmiddels een liberale democratie zou zijn. Bij gebrek aan zulke democratische vrijheden leiden Iraanse jongeren een dubbelleven: een brave buitenkant verhult een quasi-stiekem verzet.
Rouhani’s overwinning tijdens de Presidentsverkiezingen van 2013 en zijn herverkiezing in 2017 worden in het Westen gezien als een overwinning voor het liberale, vriendelijke Iran. De realiteit is heel anders. De mensenrechtensituatie is sinds de komst van Rouhani eerder verslechterd dan verbeterd. Iran heeft een assertievere rol aangenomen in de conflicten in de regio. En de onvrede onder grote groepen Iraniërs leidt overal in het land tot protesten.
Rouhani heeft niet de verandering gebracht waarop men hoopte. Maar beeldvorming spreekt nu eenmaal krachtiger dan de feiten. Het beeld van Iran als bakermat van de beschaving vormt een welkom tegengeluid waar rechts-populisme de islamitische wereld reduceert tot barbaars en achterlijk. Maar de expositie in Assen biedt ook een sterk vereenvoudigd beeld. Eén dat naadloos past binnen het charmeoffensief van het Iraanse regime. En dat geeft de tentoonstelling een onmiskenbare politieke kleur.
Maaike Warnaar is universitair docent aan de Universiteit Leiden. Ze onderzoekt de samenhang tussen beeldvorming en buitenlands beleid, met een speciale focus op Iran.