Van de Perzische oorlogen tot IS: het idee dat Oost en West fundamenteel van elkaar verschillen wordt al eeuwen ingezet als retorisch middel. Deze nadruk op conflict geeft echter een vertekend beeld van de historische werkelijkheid. Door het benadrukken van andere frames kunnen historici dit beeld nuanceren zonder daarbij de conflicten te bagatelliseren, betoogt Ivo Wolsing.
Deze maand is het precies 2500 jaar geleden dat de Tweede Perzische Oorlog begon. In april 480 v.Chr. stak de Perzische koning Xerxes I de Hellespont over om enkele maanden later de Spartanen bij de passen van Thermopylae te verslaan. Uiteindelijk wordt de Perzische bevoorradingsvloot vernietigd bij Salamis en wordt Xerxes gedwongen onverrichterzake terug te keren. De expeditie heeft nog steeds invloed op onze huidige samenleving. Dat is niet alleen direct door films als 300, maar ook indirect, omdat Xerxes’ expeditie het begin markeert van een manier van denken die momenteel sterk verankerd is in ons politieke discours.
In de nasleep van de Perzische expeditie ontstond het idee van het ‘vrije Westen’ dat zich moet verdedigen tegenover het ‘onvrije Oosten’. De Atheners legitimeerden hun heerschappij over de andere Griekse stadsstaten door zich op te stellen als de beschermers van de vrijheid. Zij waren immers degenen die de Perzen hadden verslagen en daarmee de vrije Grieken voor despotisme hadden behoed. Het gelijkschakelen van het Oosten en onderdrukking bleek retorisch gezien een gouden zet, en diende door de geschiedenis veel doeleinden. Dit is echter maar een deel van het verhaal. Het Perzische Rijk boezemde ook ontzag in bij veel Grieken: zo zag Xenophon de Perzische koning Cyrus als de ideale vorst, en van Alexander de Grote is bekend dat hij bewust Perzische tradities overnam nadat hij het rijk van Darius had veroverd. Ondanks de vele conflicten is er dus nooit sprake geweest van een ideologische beschavingsstrijd tussen de Perzen en Grieken.
Zo’n 1500 jaar na de Perzische oorlogen legitimeerden de kruisvaarders hun expeditie door erop te wijzen dat hun christelijke broeders in het Oosten bevrijd moesten worden van het juk van de islamitische overheersers. De kruistochten vormen hierom een belangrijke inspiratiebron voor leden binnen de alt-right community, die zich profileren als hedendaagse erfgenamen van de kruisvaarders, verenigd onder de strijdkreet ‘Deus vult’ (‘God wil het’). Maar ook binnen de mainstream politiek is het idee van een beschavingsstrijd courant. Recentelijk nog sprak CU-voorman Gert-Jan Segers op Twitter van een “lange strijd tussen enerzijds de Westerse beschaving en vrijheid en anderzijds het islamisme”. Hierbij vergeet men voor het gemak dat binnen de kruisvaardersstaten in het Midden-Oosten veel bewijs is van wederzijds respect, en zelfs vriendschappen tussen Christenen en Moslims. Op het Iberisch schiereiland en op Sicilië genoot de Arabische cultuur zelfs van zo een hoge status dat de Christenen die het gebied veroverden, gebruik maakten van Arabische bouwstijlen en inscripties om hun macht te rechtvaardigen.
Aan de andere kant van de Hellespont leeft het idee van Oost tegen West niet minder. Toen de Amerikaanse president George W. Bush in 2001 sprak van een ‘crusade … against terror’, zagen velen in de islamitische wereld dit als een bevestiging van het idee dat Engels, Frans, en Amerikaans imperialisme een voortzetting was van de middeleeuwse kruistochten. Ook ISIS maakte in hun propaganda dankbaar gebruik van Bushs uitspraken door Amerika en Engeland als eeuwige agressors neer te zetten. Daar kwam onlangs nog de Turkse president Recep Erdoğan bij, die suggereerde dat een ‘barbaars Europa’ de kruistochten wilde doen herleven. Kortom, de Hellespont markeert voor zowel extremisten als politici aan beide zijden niet alleen de geologische grens tussen Europa en Azië, maar ook een ideologisch-culturele grens tussen Oost en West.
De kruistochten vormen dus nog steeds een bron van inspiratie voor Oost en West. De één ziet de kruisvaarders een groep Europeanen die zich hartstochtelijk verdedigde tegen een oprukkende onderdrukker, de ander ziet ze als proto-imperialisten die hun land binnenvielen. Elke historicus zou je kunnen vertellen dat bovengenoemde beweringen weinig met de historische werkelijkheid te maken hebben, maar dat doet weinig af aan hun retorische kracht. Elke historische periode moet immers bezien worden in zijn eigen context. Zoals historica Kristin Skottki het stelt: natuurlijk zijn beweringen van alt-right of ISIS ideologisch gemotiveerd en natuurlijk hebben ze niets te maken met de ’echte’ middeleeuwen. Het lijkt dan ook weinig zin te hebben om uit te leggen dat de kruistochten echt wat anders waren dan de huidige Amerikaanse interventies in het Midden-Oosten.
Toch is dat wel wat historici moeten doen. Door voldoende context te bieden kunnen we zowel de Perzische oorlogen als de kruistochten als de huidige conflicten goed begrijpen. Daarnaast zijn er talloze andere verhalen die we in deze context kunnen vertellen zonder dat we verzwijgen dat er daadwerkelijk conflicten waren tussen Perzen en Grieken, tussen Christenen en Moslims. Het idee van een beschavingsstrijd tussen Oost en West blijkt nog altijd een sterk retorisch middel om politieke steun te krijgen. Het probleem is echter dat de geschiedenis altijd complexer is dan politici het voorstellen. Alleen door de complexiteit van historische gebeurtenissen te benadrukken, kunnen we tegengas bieden tegen de overgesimplificeerde, maar zeer effectieve retoriek van Zij tegen Wij, van Christendom tegen Islam, van Oost tegen West.
Verder lezen?
Van Rookhuijzen, J. et al. (red.) 2021 (verwacht). Xerxes’ droom: de lange schaduw van zijn Griekse veldtocht (Amsterdam: Verloren)
Rietveld, S. 2021. Nieuwe Kruisvaarders. De Heilige Alliantie tussen orthodoxe christenen en radicaal-rechtse populisten (Amsterdam: Prometheus)
Burgersdijk, D., Henkelman, W., Waal, W. (red.) 2013. Alexander en Darius. De Macedoniër in de Spiegel van het Nabije Oosten (Amsterdam: Verloren)
Gruen, E.S. 2010. Rethinking the Other in Antiquity (Princeton: Princeton University Press)
Houben, Hubert. 2002. Roger II of Sicily. Ruler between East and West (Cambridge: Cambridge University Press)
Ivo Wolsing is promovendus aan de Radboud Universiteit (2017-2021). Zijn onderzoek richt zich op middeleeuwse beeldvorming over het nabije oosten, en hoe men destijds daarvoor klassieke stereotyperingen hergebruikte.