Categorieën
Geschiedenis actueel

Hoe Juneteenth de weg kan wijzen voor Keti Koti

De invoering van Juneteenth als nationale feestdag markeert het groeiende maatschappelijk bewustzijn over het slavernijverleden in de Verenigde Staten. Nederland kan hier een voorbeeld aan nemen.

Onlangs pleitten de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag voor een officiële nationale viering van Keti Koti, de dag van de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse Antillen en Suriname in 1863. Hoewel in 2023 een herdenkingsjaar wordt voorzien, blijft de invoering van een nationale feestdag op 1 juli vooralsnog uit. Het belang van de herdenking van het slavernijverleden en de viering van de afschaffing ervan op nationaal niveau werd recentelijk duidelijk in de uitroeping van Juneteenth tot officiële feestdag in de Verenigde Staten. Wat kan Nederland hiervan leren?

Juneteenth markeert de dag in 1865 dat tot slaafgemaakten in de staat Texas van federale troepen het nieuws ontvingen dat ze vrij waren. Dit gebeurde twee en een half jaar nadat deze vrijheid al door President Abraham Lincoln was aangekondigd in de Emancipation Proclamation. Sinds 1866 viert Texas dus op deze dag de vrijheid en herdenkt de staat de moeizame strijd tegen slavernij. Over de jaren volgden ook andere staten met herdenkingen. Desondanks genoot de dag nog relatief weinig aandacht en werd Juneteenth vooral gevierd door de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Dit veranderde afgelopen zomer, toen de Black Lives Matter-protesten die volgden op de moord van George Floyd het momentum brachten om Juneteenth ook op nationaal niveau te herdenken. Op donderdag 17 juni ondertekende de Amerikaanse president Joe Biden een wetsvoorstel om van 19 juni, ofwel Juneteenth, een nationale feestdag te maken.

De invoering van Juneteenth als nationale feestdag markeert een belangrijke mijlpaal in de omgang met het slavernijverleden in de VS. Juneteenth biedt namelijk een andere kijk op het mythische oorsprongsverhaal van de VS als ‘shining city upon a hill,’ gestoeld op stichtingsidealen van vrijheid en gelijkheid. Waar de viering van vrijheid op Onafhankelijkheidsdag enkel gold voor witte Amerikanen – zo ook verwoord in de bekende “What to the Slave is the Fourth of July”-speech van Frederick Douglass uit 1852 – vertegenwoordigt Juneteenth daarentegen de verworven vrijheid van alle Amerikanen.  De omarming van deze dag betekent dus in eerste plaats de erkenning van de prominente rol van slavernij in de Amerikaanse geschiedenis.

President Joe Biden, omringd door Vice-president Kamala Harris en andere genodigden, ondertekent het wetsvoorstel om van Juneteenth een officiële feestdag te maken. Foto Carlos Fyfe voor het Witte Huis. Via Wikimedia Commons

In de VS leidt het ‘beladen’ verleden nog steeds tot felle discussies in het publieke debat. Dit blijkt onder meer uit de recente commotie over critical race theory en de toepassing van dit concept in het onderwijs. Deze benadering gaat ervan uit dat racisme stevig is ingebed in de structuur van de samenleving – waaronder het Amerikaanse rechtssysteem – als gevolg van witte superioriteit. Voorstanders beschouwen de theorie als een nuttig raamwerk om racisme en andere vormen van marginalisering te onderzoeken en te bestrijden. Een aantal Republikeinse politici heeft echter recentelijk deze benadering middelpunt gemaakt van hun cultuurstrijd tegen ‘radicaal links’. Met het argument dat de theorie zwart-witdenken stimuleert, hebben conservatieven in verschillende staten wetsvoorstellen ingediend om de aandacht voor de theorie in het onderwijs te beperken. Dergelijke polemieken bemoeilijken de dialoog over het verband tussen de slavernijgeschiedenis en hedendaags racisme.

Maar juist daarom is Juneteenth zo belangrijk; omdat de dag ook de dialoog over het verband tussen het slavernijverleden en hedendaags racisme in de samenleving stimuleert. Op Juneteenth wordt niet alleen het einde van slavernij herdacht, maar ook aandacht besteed aan de strijd voor de vrijheid en gerechtigheid die volgde voor de Afro-Amerikaanse bevolking na 1865; van rechteloosheid en rassendiscriminatie tot aan disproportioneel politiegeweld en nieuwe stembarrières die vooral Amerikanen van kleur treffen. Naast parades en kerkdiensten die de omvangrijke Afro-Amerikaanse geschiedenis en cultuur eren, kenmerken vieringen zich bovendien door stemregistraties en de lezingen van de werken van bekende zwarte auteurs. In president Bidens woorden gaat de landelijke feestdag dan ook over “hoe ver we gekomen zijn en worstelen met het feit dat we nog een lange weg te gaan hebben.”  De recente omarming van Juneteenth vormt om die reden onderdeel van een bredere aanpak van raciale ongelijkheid van de regering Biden, waaronder het dichten van de raciale kloof in de vaccinatiegraad. Dit laat zien dat de invoering van de feestdag tevens ruimte kan creëren om op nationaal niveau het moeilijke gesprek over racisme aan te gaan en systematische veranderingen door te voeren.

De omarming van Juneteenth brengt tenslotte nieuwe wetenschappelijke inzichten over het slavernijverleden onder de aandacht. In de VS wordt gepleit om op de feestdag zowel de wettelijke afschaffing van slavernij als de zelfemancipatie van Afro-Amerikanen te herdenken. De focus op de vrijheid die vanuit de overheid door onder andere de Emancipation Proclamation en het 13e amendement werd bekrachtigd, overschaduwd volgens historicus Daina Ramey Berry de individuele acties van voormalig tot slaafgemaakten zoals vluchten en vrijkoping.[1] Aandacht voor vergelijkbare nieuwe inzichten over het Nederlandse slavernijverleden kunnen ook hier het perspectief op het koloniale verleden vergroten.

Een voorbeeld betreft het inzicht over de geleidelijke afschaffing van slavernij in de koloniën en de dwangarbeid van ‘vrije’ tot slaafgemaakten. Hoewel Nederland in 1863 slavernij wettelijk had afgeschaft in alle koloniën, waren de voormalig tot slaafgemaakten niet daadwerkelijk vrij. In Suriname en het Caribisch gebied werden zij nog tien jaar onder toezicht van de Staat gedwongen te werk gesteld op de plantages. Inmiddels zijn de jaartallen 1863 en 1873 algemeen bekend, maar volgens historicus Gert Oostindie blijft de complexiteit van de gefaseerde afschaffing van slavernij vaak nog onderbelicht in het publieke debat.[2]

Hoewel in Nederland stappen worden gezet in de confrontatie met het slavernijverleden – onder meer door recente onderzoeksinitiatieven naar de slavernijgeschiedenis van de vier grote steden – moet de invoering van Keti Koti als nationale feestdag op 1 juli vooralsnog op zich laten wachten. De officiële omarming van Juneteenth in de VS laat echter zien dat een nationale feestdag de dialoog over het slavernijverleden en de doorwerking ervan in het heden kan bevorderen, evenals nieuwe inzichten kan verschaffen over de schaduwkanten van de geschiedenis.

Kortom, Juneteenth doet niet alleen het maatschappelijk bewustzijn in de VS groeien, maar verrijkt uiteindelijk ook de gezamenlijke geschiedenis van het land. Het is deze boodschap die waardevol is voor Nederland in de overweging om dezelfde status aan Keti Koti te verlenen

Christine Mertens (1994) en Marcella Schute (1996), promovendi in Amerikaanse Geschiedenis aan Leiden Universiteit en het Roosevelt Institute for American Studies.

[1] Daina Ramey Berry, “The Truth About Black Freedom,” The Atlantic. June 19, 2021. https://www.theatlantic.com/ideas/archive/2021/06/what-freedom-really-meant-juneteenth/619239/.

[2] “1863 of 1873? Wanneer Werd De Slavernij Nou (echt) Afgeschaft?” NOS. July 3, 2020. https://nos.nl/artikel/2339475-1863-of-1873-wanneer-werd-de-slavernij-nou-echt-afgeschaft.