Categorieën
Geschiedenis actueel Historisch bedrijf

Kunnen historici geheime diensten wel onderzoeken?

In De BVD in de politiek toont Jos van Dijk de strijd van de veiligheidsdiensten tegen communisten tijdens de Koude Oorlog. Maar in hoeverre kunnen historici bij de archieven van geheime diensten? Teun Dominicus gebruikt Van Dijks boek voor een oproep tot nieuw onderzoek.

Wisten de deelnemers aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1959 dat een agent van de Binnenlandse Veiligheidsdienst op het stembiljet stond? En dat BVD’ers geld inzamelden voor de campagnekas van die partij? Jos van Dijk openbaart in zijn nieuwe boek De BVD in de politiek: de bestrijding van het communisme door de Nederlandse geheime dienst dat de veiligheidsdienst voor een belangrijk deel aan de touwtjes trok van de Socialistische Werkers Partij en dat partijmastodont Gerben Wagenaar een agent van de inlichtingdienst was. Voor de kenners van communistische geschiedenis in het land moet dit laatste inslaan als een bom: Wagenaar was een verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog en zat van 1946 tot 1958 in de Tweede Kamer voor de Communistische Partij van Nederland (CPN). Wat zegt dit voorval over de rol van de BVD in de Nederlandse politiek tijdens de Koude Oorlog?

Uit De BVD in de politiek reist een beeld van een inlichtingdienst die niet op haar handen zit, maar die actief het veld ingaat om meningen van burgers te beïnvloeden. Louis Einthoven, het hoofd van de BVD, zag deze ‘psychologische oorlogsvoering’ als een belangrijke strategie om het communisme in Nederland te bestrijden. Naast de bovengenoemde praktijken in de SWP, stuurde de dienst in de jaren ’50 brieven rond naar CPN-leden om hen op te stoken tegen de stalinistische bestuursstijl van Paul de Groot, de partijsecretaris. Ook informeerden BVD-agenten journalisten over spanningen binnen de CPN, waarmee het vuurtje door de ‘burgerlijke pers’ verder werd opgestookt. ‘Informatie die via agenten en technische operaties werd verkregen, lekte de dienst op bewust gekozen momenten naar bevriende journalisten die niet maalden om een bevestiging uit meerdere bronnen als ze konden bijdragen aan de bevordering van het onderling wantrouwen van vakbondsbestuurders en de partijleiders van de CPN’, stelt Van Dijk in De BVD in de politiek.

Gerard J.M. van het Reve, met zoons Gerard (links) en Karel, ca. 1927.

Hij tovert, naast de onthulling over Wagenaar, nog een verrassend konijn uit de archieven van de BVD: niemand minder dan Gerard van het Reve sr., de vader van de schrijver Gerard en de publieke intellectueel Karel, stond op de loonlijst van de veiligheidsdienst. Hij was redactiesecretaris van het Internationaal Contact Bulletin, een communistisch tijdschrift waarmee de BVD heimelijk de internationale spanning tussen communistische partijen in Europa (nemen we afscheid van het stalinisme of niet?) probeerde aan te wakkeren. Deze onthulling zet ook vraagtekens bij de aanval die Van het Reve sr. in 1958 in Het Parool op partijleider De Groot deed – deed hij dit als journalist in dienst van de BVD of niet? Van Dijk geeft hier helaas geen antwoord op.

De BVD in de politiek sluit aan bij het proefschrift van Dick Engelen uit 1995. In Geschiedenis van de BVD 1947-1967 gaat Engelen, die zelf jarenlang voor de dienst heeft gewerkt, in op de methodes van de BVD. Van Dijks bevindingen dat de SWP een ‘werktuig van de reactie’ was – zoals CPN’er Marcus Bakker deze kameraden noemde die van het pad van het stalinisme waren afgestapt –, onthulde Engelen al in 1995. Ger Harmsen, historicus en filosoof wiens leven werd getekend door een lastige relatie met de CPN, zette het proefschrift van Engelen in 1995 weg als nonsens. ‘Ik geloof helemaal niets van dat boek. Het bestaat uit niets anders dan luchtkastelen, waarmee de BVD zoveel jaar na de Koude Oorlog het publiek kennelijk van haar bestaansrecht probeert te overtuigen’, zei hij tegen De Groene Amsterdammer. ‘Het grote probleem is dat alle beweringen die Engelen doet nergens met bewijzen worden ondersteund. Er wordt alleen maar verwezen naar interne BVD-rapporten die behalve de begeleidingscommissie niemand heeft gezien.’ Helaas komt De BVD in de politiek voor Harmsen te laat – hij is in 2005 overleden – want Van Dijk heeft veel van de door Engelen gebruikte bronnen wél kunnen raadplegen en trekt over de SWP dezelfde conclusies.

De publicaties over de acties van de BVD zetten aan tot een nieuwe bestudering van de Koude Oorlog in Nederland, vooral in de periode vanaf de bevrijding tot aan het begin van jaren zestig. Politieke geschiedschrijving in deze periode gaat vaak over de ontwikkeling van ‘de publieke opinie’, een voorstelling van een pluralistisch publiek debat waarbij de overheid slechts een platform faciliteert. Uit bovenstaande blijkt dat dit een naïeve en verkeerde weergave van zaken is. Bij onderzoek naar de geschiedenis van de communistische beweging (bijvoorbeeld de CPN of de Eenheidsvakcentrale) moet ook gekeken worden hoe de overheidsinstanties – de BVD, maar ook politie en gemeentes – actief bijdroeg aan de strijd tegen communistische groepen. Van Dijk citeert uit een gesprek dat Einthoven met burgemeester Gijs van Hall van Amsterdam had. De burgervader van de hoofdstad ‘deelde mede dat een communistische straatveger onlangs ontslagen was en dat men dus niet zou schromen communisten uit vitale posities te verwijderen’.

73.000 persoonsdossier zijn overgedragen door de AIVD aan het Nationaal Archief.

Bij de presentatie van De BVD in de politiek medio juni had emeritus hoogleraar Nederlandse Geschiedenis Hans Blom een kleine verrassing voor de aanwezigen. Hij vertelde dat de AIVD ruim 73.000 persoonsdossiers overdraagt aan het Nationaal Archief, in totaal 550 meter aan documenten. Het gaat over aangelegde dossiers in de periode 1946 tot en met 1998, dus veel gaan over leden van de CPN en aanverwante groepen. Navraag bij het Nationaal Archief levert op dat alle dossiers zijn gearriveerd en dat nog enkele praktische zaken moeten worden afgehandeld. Hiermee zal in een kwestie van weken een schat aan primaire bronnen worden geopenbaard die veel inzicht zal geven in het handelen van de Binnenlandse Veiligheidsdienst tijdens de Koude Oorlog. Na de vernietiging van de archieven van de Inlichtingendienst Buitenland in de jaren ’90 is dit een (voorlopige) geruststelling. Hopelijk kan deze onontgonnen akker meer duidelijk maken over de spionagepraktijken van de BVD tegen burgers.

Jos van Dijk, De BVD in de politiek. Utrecht: Het Wereldvenster, 2022.

Teun Dominicus is freelance journalist. Hij studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Leiden en de master International Relations aan de Universiteit van Amsterdam.