Over de Muur
  • Geschiedenis actueel
  • Historisch bedrijf
  • Over ons
  • Voor auteurs
  • Nieuwsbrief

Politiek en persoonlijk: De Marš Mira in Bosnië

3 oktober 2017 by Siri Driessen

Waarom zou je als onderzoeker meedoen aan een vredesmars in Bosnië? In een regio waar iedere vorm van herdenken en herinneren een politieke strijd is, is het belangrijk om deze plekken zelf te bezoeken en naar persoonlijke verhalen van betrokkenen te luisteren.

‘Nermin! Kom hierheen! Wees niet bang voor de Serven!’ In een van de openingsscènes van de BBC-documentaire A Cry from the Grave zien we Ramo, de vader van Nermin, die door Bosnisch-Servische militairen wordt gedwongen zijn zoon over te halen om zich over te geven aan de Bosnisch-Servische troepen. Het is de laatste keer dat Ramo gezien is, vastgelegd door een vijandige camera. Ook van Nermin is niets meer vernomen.

Tweeëntwintig jaar later passeer ik met meer dan vijfduizend anderen de plek waar Ramo wanhopig heeft staan roepen. We doen dit tijdens de jaarlijkse vredesmars Marš Mira, waarin in drie dagen van Nezuk naar Potočari gelopen wordt, ongeveer vijfenzeventig kilometer door de Bosnische bergen. De tocht die we maken volgt de vluchtroute die een deel van de Bosnische moslims nam nadat het Bosnisch-Servische leger onder leiding van Ratko Mladić de enclave Srebrenica was binnengevallen. Tijdens de mars leggen we deze route in omgekeerde richting af. Iedere stap die we zetten brengt ons iets dichterbij de plaats waar de uittocht in de nacht van 11 op 12 juli 1995 begon. In die nacht besloten tussen de tien- en vijftienduizend militairen en burgers om via de bergen naar een veiliger gebied te vluchten, in de richting van de stad Tuzla.

De dodenmars, zoals de massavlucht is gaan heten, heeft deze naam niet voor niets gekregen. Slechts een paar duizend man (en een enkele vrouw) is het gelukt om in meerdere dagen, weken, of, in een aantal gevallen, maanden, naar Tuzla te lopen. Het overgrote deel is tijdens hun vlucht in hinderlagen gelopen, beschoten of vermoord. Langs de weg zijn talloze massagraven, mijnenvelden en afgebrande huizen te zien die dit leed in herinnering brengen. Maar op de plek waar Ramo werd gefilmd is vrijwel niets overgebleven. Een met gras begroeide heuvel, meer niet – alleen met de kennis van de beelden uit de documentaire heeft de plek betekenis.

Terwijl bij het passeren van plekken als deze de nadruk ligt op wat er in het verleden gebeurd is, zijn het de ontmoetingen met andere deelnemers die de huidige politieke situatie naar de voorgrond brengen. Behalve nabestaanden en Bosniërs doen er ook buitenlanders mee aan de mars, en dan met name uit Turkije. Als zelfbenoemd ‘broedervolk’ zijn ze gekomen om de Bosniërs te steunen bij het herdenken van de genocide. Hun vlaggen en leuzen confronteren me met de politiek die hier zo verweven is met het herdenken van het verleden. Want hoewel de vredesmars een inclusieve herdenkingstocht wil zijn, is de realiteit dat de route in de Servische republiek ligt, een autonome republiek die sinds het Daytonakkoord van eind 1995 samen met de federatie van Bosnië en Herzegovina het land Bosnië en Herzegovina vormt. Voor veel van de Bosnische moslims is het bestaan van de Servische Republiek (en de Servisch-nationalistische politiek die er nu gevoerd wordt) een pijnlijke herinnering aan de veroveringen en etnische zuiveringen die in de oorlog hebben plaatsgevonden. De deelname aan de vredesmars is daardoor naast een herdenking ook een stellingname, een fysiek protest waarin drie dagen lang bezit wordt genomen van een gebied waar veel Bosnische moslims zich niet meer thuis voelen.

Na drie dagen lopen dalen we op elf juli in stilte af naar de begraafplaats van Potočari, waar de 8372 slachtoffers van de genocide herdacht worden. Langs beide kanten van de weg hebben Bosniërs zich opgesteld om ons te verwelkomen. Dit teken van dankbaarheid geeft me een ongemakkelijk gevoel – die paar dagen wandelen zijn niets vergeleken bij het leed van de mensen uit de regio, en toch zijn zij het die ons hier komen onthalen. Tegelijkertijd is het begrijpelijk dat ze zoveel waarde hechten aan nationale en internationale aandacht voor de genocide. Hun verwerking van het verleden wordt voortdurend belemmerd door provocaties van Servisch-nationalistische groeperingen, genocideontkenning, en confrontaties met onberechte oorlogsmisdadigers. De komst van de wandelaars is een kleine erkenning van hun geschiedenis.

Aan het eind van de middag, na de grote herdenking in Potočari, biedt een bewoner ons een lift aan naar Srebrenica. Hij geeft meteen een rondleiding door het stadje. Al snel blijkt dat alle plekken die hij aanwijst te maken hebben met de dood van familieleden en vrienden. ‘Hier vermoordden ze mijn vader.. hier ligt mijn oom begraven..  daar werd mijn broer gedood..’ Het verhaal van deze man laat de politiek weer naar de achtergrond verdwijnen. Het zijn dit soort ontmoetingen die me helpen om verder te kijken dan de gepolitiseerde visies op het verleden die tijdens de mars zoveel worden uitgedragen, en die je doen vergeten dat lang niet iedereen deze visie aanhangt. Juist de persoonlijke verhalen benadrukken dat er altijd nuances te vinden zijn op het grote verhaal, hoeveel ellende en emotie ze ook bevatten. En hoewel dit natuurlijk ook op afstand te bedenken is, zorgt mij aanwezigheid ter plekke ervoor dat ik het echt besef. Voor de moskee in Srebrenica komen we een vrouw tegen die graag wil weten waar we vandaan komen, en vervolgens niets anders uit kan brengen dan dankjewel. Ze lacht. ‘Dankjewel dat jullie gekomen zijn, dankjewel. Het betekent heel veel voor mij. Maar nu moet ik gaan bidden.’

Siri Driessen is promovendus cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar onderzoekt richt zich op bezoekers van voormalige oorlogslocaties in Europa.

Dit delen:

  • Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)

Gerelateerd

Posted in: Geschiedenis actueel Tagged: memory studies, moderne geschiedenis
Over de Muur op Twitter @overmuur

Click here to read @overmuur'S Twitter feed

h J R

Meest recente berichten

  • Leopold van zijn sokkel: Vlaams-nationalisten, ga eigen rol in het koloniale verleden niet uit de weg
  • Winston Churchill: oorlogsheld of racistische schurk?
  • De waarde van weerbaarheid
  • Rutte gebruikt wetenschap alleen als het uitkomt
  • Pest en politie: De politiek van publieke gezondheid toen en nu

Tags

aanvraagdruk activisme dekoloniale geschiedenis Digitale geschiedenis diversiteit Familiegeschiedenis FNV gender gezondheid Historicus aan het woord historisch bedrijf internationalisering klimaatverandering koloniaal geweld koloniale geschiedenis letterkunde maatschappelijke dienstverlening memory studies mentale dekolonisatie middeleeuwen Middeleeuwse geschiedenis migratiegeschiedenis moderne geschiedenis nationalisme Nederlandse identiteit onderwijs open access oude geschiedenis politiek en geschiedenis publicatiedruk publieke ruimte racisme seksisme slavernij tentoonstelling Tweede Wereldoorlog valorisatie vroegmoderne geschiedenis vroegmoderne tijd Werkdruk wetenschap en media wetenschap en ondernemerschap wetenschap en politiek

Archief

  • juni 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • februari 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017

Copyright © 2021 Over de Muur.

Hit WordPress Theme by ThemeHit

Achtergrondfoto PD Ur Cameras
Facebook - Twitter