Ouderwetse rolpatronen over seksueel gedrag van vrouwen zijn anno 2019 allerminst verdwenen, maar het frame dat vrouwen schuldig zijn aan seks, wordt nu meer bevraagd. Tijd om definitief afscheid te nemen van dit historische fenomeen, stelt Iris van der Zande.
In de zesdelige documentaire The Clinton Affair, die vorig jaar op Netflix en deze zomer op NPO werd gelanceerd, doet Monica Lewinsky haar verhaal over haar vroegere relatie met Bill Clinton. De makers kozen ervoor de documentaire The Clinton Affair te noemen en niet The Lewinksy Affair– de in de jaren negentig gebruikelijke aanduiding voor de kwestie. Deze keuze is niet zonder reden.
Toen de affaire twintig jaar geleden aan het licht kwam, werd Lewinksy karikaturaal neergezet in de media als een labiele, door seks geobsedeerde vrouw die de president had verleid. Kortom, in de jaren negentig was Lewinsky de dader en werd Clinton veelal als slachtoffer geportretteerd. Door de affaire in de recente documentaire aan te duiden als The Clinton Affair lijkt het tij gekeerd. The Clinton Affair laat zien dat het frame, waarin vrouwen als schuldige worden aangewezen van ongepast seksueel gedrag, tegenwoordig bevraagd wordt. Daarmee weerspiegelt de documentaire een bredere maatschappelijke ontwikkeling waar ook de #MeToo-beweging een onderdeel van is.
Er is een verband tussen de documentaire en mijn onderzoek naar de macht van gevangenen in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw. In de archieven van het Rotterdamse tucht- en werkhuis ontdekte ik dat vooral vrouwen gestraft werden wanneer zij seksueel contact hadden met mannen binnen de muren van de gevangenis. Welke ideeën lagen hieraan ten grondslag? Waar kwamen die vandaan? En hoe hardnekkig zijn ze?
‘Poppende’ gevangenen
De vrouwen en mannen die in het Rotterdamse tucht- en werkhuis zaten opgesloten, waren veroordeeld voor allerlei misdaden, zoals heling, diefstal en – in het geval van de vrouwen – (ongeregistreerde) prostitutie.[1] De verwijzingen naar seksuele handelingen tussen mannen en vrouwen in het Rotterdamse tucht- en werkhuis zijn te vinden in de dagrapporten die de binnenvader, de hoofdcipier, bijhield voor de bestuurders van de gevangenis, de regenten. Om de seksuele uitspraken en handelingen tussen mannen en vrouwen aan te duiden, werd het werkwoord ‘poppen’ gebruikt. Tegenwoordig komt dit woord niet meer voor in de Nederlandse taal. In het Duits daarentegen is het nog steeds een schunnig woord om geslachtsgemeenschap mee aan te duiden.
Gevangene Stijntje Vergeer had zich ‘schuldig gemaakt aan het zo schaadlijke en tegen de wetten sijndende misdrijf van het poppen met de mannen’, schreef de binnenvader in het dagrapport van donderdag 19 november 1812.[2] Als straf had hij haar daarom afzonderlijk laten opsluiten, maar er waren ook andere straffen. Zo kregen vrouwen soms een blok aan het been gebonden of werden zij gegeseld.
In het Rotterdamse tuchthuis was Hendrik Lobé was de enige man die in de vroege negentiende eeuw werd bestraft voor het ‘poppen’. Terwijl de vrouwen die betrapt werden direct werden gestraft, ontving Hendrik aanvankelijk slechts een waarschuwing. Uiteindelijk werd ook hij toch voor een dag afzonderlijk opgesloten, omdat de binnenvader hem ‘zulks roekeloos doende’, meerdere ‘keeren had laaten waarschuwen wegens het zogenaamde poppen met de vrouwlieden’.[3]
De dubbele moraal
Kortom, het seksuele gedrag van mannen en vrouwen werd verschillend beoordeeld. Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd dit verschil aangeduid met het begrip ‘dubbele moraal’.[4] Dit betekent dat voor mannen en vrouwen verschillende normen en waarden gelden op het gebied van seksualiteit. De constante is dat de vrouw gezien wordt als de bron van het kwaad en de man als het ongelukkige slachtoffer.
Negentiende-eeuwse ideeën over vrouwen, prostitutie en geslachtsziekten geven meer inzicht in de achtergrond van deze dubbele moraal. Geslachtsziekten werden in deze tijd voornamelijk in verband gebracht met ontuchtig leven, vrouwen en prostitutie. Deze opvatting hing samen met het wijdverspreide idee dat syfilis naar Europa was gebracht door Europese zeelieden die seks hadden gehad met inheemse vrouwen in de Amerika’s. Bovendien verspreidden prostituees in de Europese havensteden de ziekte verder over Europa. Hoewel de zeelieden een actieve rol speelden in de verspreiding van die geslachtsziekten, werden de inheemse Amerikaanse vrouwen gezien als de oorsprong van dit kwaad en waren mannen het slachtoffer.[5]
Wanneer het mannen betrof, werd seksualiteit gezien als een natuurlijke en onbeheersbare drift. De mannelijke geslachtsdrift was daarom meer geaccepteerd. Het idee dat een vrouw haar seksuele genot nastreefde was daarentegen abnormaal en ondenkbaar. Aangezien vrouwen zich beter konden beheersen, dienden ze dit ook te doen. Zodoende waren zij verantwoordelijk voor het behouden van de morele zeden.[6]
Ongelijkheid in de beoordeling van seksueel gedrag
De ideeën over de vrouw als bron van het kwaad en de dubbele seksuele moraal beïnvloedden het handelen en denken van mensen in de negentiende eeuw. De bronnen van het Rotterdamse tucht- en werkhuis leggen die ideeën over de verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van seksualiteit bloot en laten zien hoe er binnen de muren van de gevangenis naar gehandeld werd.
Deze ideeën blijken hardnekkig. In The Clinton Affair vertelt de geëmotioneerde Juanita Broaddrick, die zegt in de jaren zeventig verkracht te zijn door Bill Clinton over de mentaliteit van die tijd: ‘This was in the seventies and all we heard was “men will be men, just deal with it”’.[7] In de jaren negentig werd het seksuele gedrag van de president eveneens vaak goedgepraat in de media, want hij moest ‘zich misschien ook wel eens eenzaam voelen daar in het Witte Huis’.[8] Hoewel de affaire door de republikeinen werd aangegrepen om Clintons imago te schaden en hem als president af te zetten, mocht hij uiteindelijk zijn baan behouden, terwijl Lewinksy’s leven jarenlang in het teken stond van slutshaming, wat voor haar het opbouwen van een ‘normaal’ leven bemoeilijkte.[9]
Hardnekkige ideeën?
De parallel tussen de bestraffing van vrouwen in het Rotterdamse tucht- en werkhuis en The Clinton Affair laat zien dat ideeën over verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van seksualiteit hardnekkiger zijn dan we misschien denken. Bovendien geeft het blijk van de diepe culturele inbedding van het idee dat vrouwen verantwoordelijkheid dragen voor de morele zeden.
The Clinton Affair laat zien dat Lewinksy niet de noodzakelijke schuldige is en dat dergelijke zaken tegenwoordig worden bediscussieerd. Echter, in de eenentwintigste eeuw zijn de hierboven genoemde ideeën nog niet weg te denken uit onze samenleving. In 2017 plaatste de Volkskrant een artikel over de dubbele moraal bij seksuele opvoeding van kinderen en in 2018 benadrukte seksuoloog Jelto Drenth dat ‘zin in seks (…) geen mannending’ is. In 2017 ging een filmpje viral van de 22-jarige Milou Deelen, waarin ze haar kritiek uit tegen de extreme slutshaming die haar ten deel viel bij de Groningse studentenvereniging Vindicat. Dergelijke publicaties en posts laten zien dat de negentiende-eeuwse denkpatronen nog niet zijn verdwenen. Desondanks is het mogelijk dat de huidige discussies over gender, seksualiteit en machtsverhoudingen in de (social) media en het politieke debat tot een nieuw frame gaan leiden.
Iris van der Zande is als promovendus verbonden aan de Open Universiteit en werkt sinds 2018 aan haar project The Power of the Prisoner. Agency, Emotions and Space in Nineteenth-Century Dutch Prisons.
[1] Vanaf 1811 werd prostitutie gelegaliseerd, mits prostituees zich registreerden. Deden zij dit niet, dan riskeerden zij een tuchthuisstraf. Voor die tijd werden in het tuchthuis ook vrouwen opgesloten wegens een onzedelijke levenswijs en herhaaldelijke prostitutie, soms op verzoek van familieleden.
[2] Stadsarchief Rotterdam (S.R.), inv.nr. 343_6.
[3] S.R., inv.nr. 343_6.
[4] Annet Mooij, ‘”Eene kentering in de publieke opinie, die wij met blijdschap constateeren”. Prostitutie, geslachtsziekten en de strijd om de moraal’, Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 19:4 (1993) 11.
[5] Anna Foa, ‘The new and the old. The spread of syphilis 1494-1530’, in: Edward Muir en Guido Ruggiero (eds.) Sex and Gender in Historical perspective (Londen, 1990) 26-28.
[6] Petra de Vries, Kuisheid voor mannen, kiesrecht voor vrouwen (Hilversum 1997) 113, 203.
[7] The Clinton Affair, aflevering 6: https://www.npostart.nl/the-clinton-affair/07-08-2019/VPWON_1303707.
[8] The Clinton Affair, aflevering 5: https://www.npostart.nl/the-clinton-affair/06-08-2019/VPWON_1303706.
[9] Slutshaming: het vernederen, openlijk afkeuren, bekritiseren en belachelijk maken van het seksuele gedrag van vooral heteroseksuele vrouwen en lgbt’s. De term wordt zelden gebruikt om het seksuele gedrag van heteroseksuele mannen af te keuren.